11 december 2023
Deel artikel
Een artikel van Arno Klamer over een alternatieve economie

Humane economie

Veel hangt af van hoe wij de wereld bezien, vanuit welk perspectief. Een filosoof weet dat. Ook econoom zijnde wil ik de economie eens in perspectief zien. Daarom vraag ik je: Wat zie jij als je aan de economie denkt?  Zie je geld? Zie je markten? Dat is het perspectief op de economie dat de meeste mensen hebben aan wie ik deze vraag stel. Maar kan je de economie ook anders zien?

Toen ik wethouder van Hilversum was, viel me op dat mijn ambtenaren overal markten zagen. Ging het over werk voor mensen met een beperking, dan zagen ze een slecht functionerende arbeidsmarkt. Wilde ik ingrijpen in een welzijnsorganisatie, dan kwamen zij met een aanbestedingsprocedure. Dacht ik aan mensen met een uitkering, dan hadden zij het over onze klanten. Zei ik dat ik geen winkel zag voor de laatste groep en dat ik ook geen arbeidsmarkt en welzijnsmarkt kon ontwaren, dan keken ze me vreemd aan. Ik was toch econoom? Was ik niet blij dat ze door een economische lens naar de wereld keken? Nee, dus. 

Gekke economie

Die zienswijze klopt gewoon niet. Ze is zelfs kwalijk want ze zorgt voor verkeerde beelden, waarmee we elkaar voor de gek houden. Met allerlei narigheid van dien. Daarom stel ik voor het perspectief om te draaien. Dat is niet alleen een goede oefening voor filosofen, maar heeft ook verregaande consequenties voor hoe we over de economie denken. Ik geef een voorproefje. De uitwerking komt in een boek over de humane economie waar ik momenteel aan werk. 

Toen Aristoteles over de economie begon (oikos en nomos) zag hij mensen die in hun eigen omgeving gezamenlijk een huishouding runden. In die omgeving werkten mensen samen, slaven deden het zware werk en vrouwen namen zorgtaken voor hun rekening. In de loop van de eeuwen is veel veranderd: de slaven zijn van het toneel verdwenen, en mannen en vrouwen zijn gelijkwaardiger geworden. Maar veel is ook hetzelfde gebleven. We zijn allemaal kind geweest in een huishouding en we kunnen erover mee praten dat we te eten kregen, een bed, zorg en aandacht, speelgoed, vakanties. En, let op: voor niets van dat alles kregen we een rekening. 

Heb je inmiddels zelf kinderen dan is het niet anders. Je runt een restaurant, een hotel, een kinderdagverblijf, een reisbureau: allemaal activitieiten waar je buitenshuis geld mee kunt verdienen, maar thuis doe je het voor niets. Sterker nog: je betaalt ervoor. Een gekke economie is dat, tenminste als je aan markten en geld denkt. 

Als je goed kijkt, zal het je opvallen dat wij alles wat we echt belangrijk vinden, niet op een markt kopen.

Geen markt

Graeber en Wenslow maken in hun boek Het Begin van Alles duidelijk dat deze gekke economie de standaard was voor het overgrote deel van de menselijke geschiedenis. Het was het communistische ideaal: ieder naar vermogen en ieder naar behoefte. In die economie draagt een ieder bij aan het gemeenschappelijke goed. En dat doen we nog steeds in de meeste activiteiten waar we mee bezig zijn. 

Mensen praten met elkaar, en doen van alles met en voor elkaar. Ouders zorgen voor kinderen, eten en drinken met vrienden, delen verhalen; we gaan samen naar de kerk, maken samen muziek, maken praatjes in de buurt, voeren actie en bedrijven politiek. Ikzelf ben iedere dag met collega’s en studenten bezig om kennis te ontwikkelen en te delen. Dat is allemaal waardevol. Het is wat wij doen om waar te maken wat belangrijk voor ons is, zoals een gezinsleven, collegialiteit, een geestelijk leven, muziek en wetenschap. En nu het opvallende: daar komt geen markt aan te pas! Kinderen betalen hun ouders niet voor hun diensten en studenten kopen geen kaartje om de collegezaal binnen te komen. Sterker nog: als ik voor mijn vrouw zorg, zoals onlangs, dan betaal ik voor wat ze nodig heeft. De vergoedingen voor onderwijs en kerkelijke activiteiten vinden plaats aan de rand, om in de klaslokalen en kerkelijke ruimtes een vrije uitwisseling van ideeen mogelijk te maken, zonder dat geld een rol speelt. 

Wat echt telt

Als je goed kijkt, zal het je opvallen dat wij alles wat we echt belangrijk vinden, niet op een markt kopen. Er komt ook geen bedrijf of een overheid aan te pas. Kennis koop je niet, maar verwerf je. Daar heb je veel voor over en daar doe je veel voor. Dat geldt ook voor een gezin, voor vriendschap, voor schoonheid, voor vertrouwen. 

Wat wij doen om waar te maken wat echt belangrijk voor ons is, noem ik de humane economie. In die economie realiseren wij ons mens-zijn. De andere economie, de economie van markten, bedrijven en organisaties, is louter instrumenteel. Daar verwerven we de middelen waarmee we de goederen kopen die we nodig hebben voor de humane economie. Ik ga iedere zaterdag naar de markt om groenten en vis te kopen voor maaltijden met het gezin, en soms met vrienden. De groenten en de vis zijn de ingrediënten voor wat echt telt en dat is: gezelligheid, samenzijn.

Zij die veel liefde delen, zijn rijk en zij die geen liefde hebben, zijn arm.

Het waardevolle leven

De humane economie draait om relaties en niet om transacties, zoals in de andere economie. In de humane economie gaat het erom dat we het goed hebben met elkaar, en veel minder om winst, inkomen en andere resultaten die in de andere economie tellen. In de humane economie rekenen we vrijwel niet. Jij doet wat voor mij en als het zo uitkomt, doe ik iets anders voor jou. Jij vertelt mij wat en ik vertel jou wat. Zo gaat dat.  

En zo is het door de tijden heen vrijwel altijd gegaan. Zo leefden de jagers en verzamelaars vroeger met elkaar en zo leefden gemeenschappen door de eeuwen heen. En zo leven we nog steeds in onze gezinnen, in kennisgemeenschappen (wij filosofen) en in allerlei sociale kringen. De humane economie is de economie van de vriendschap, het thuis, van de Griekse filosofie, van kennis en wetenschap.  In die economie werken hebzucht en egoïsme averechts, is geldzucht meelijwekkend en bezit betrekkelijk. Zij die veel liefde delen, zijn rijk en zij die geen liefde hebben, zijn arm. 

Bezie je de economie zo, dan wordt die andere economie vervreemdend. Wij hebben haar nodig, maar de aandacht die de economie-van-het-geld nu krijgt, is buitenproportioneel en leidt af van het waardevolle leven dat we in de humane economie realiseren. 

Oh ja, toen ik wethouder was, benadrukte ik, in de geest van de humane economie, het belang van gezamenlijheid en betrokkenheid, en zette in op coöperatieve verbanden, waarin de gemeente deelneemt om het collectieve belang te borgen. Het kan anders. Oftewel: filosoferen doet er toe.

Arjo Klamer

Arjo Klamer is hoogleraar humane economie aan de Vrije Universiteit en werkt aan een boek over de humane economie.

Geef een reactie

Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Neem contact op met de redactie van Phronèsis Magazine
Heb je een goed idee, wil je met ons van gedachte wisselen of heb je een vraag? We horen graag van je.
Contact opnemen
paperclipcamera-videobookmagnifiercrossmenu
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram