Sinds het begin
van de quarantaine in maart 2020 is mij pijnlijk duidelijk geworden dat meer
vrije tijd niet per se betekent dat ik productiever ben. Op het eerste gezicht
leek het een zegen: ik had opeens uren de tijd om dingen te doen die ik leuk
vind. De realiteit was dat ik me maar moeilijk tot die activiteiten kon zetten.
Ik had geen structuur meer om me aan vast te houden, wist niet hoe ik mijn tijd
‘productief’ in kon delen. Ik vond echter troost in musea die hun
tentoonstellingen online zetten, livestreams van theatervoorstellingen en
video’s van muziekoptredens. En ik las veel. Zowel fictie als non-fictie.
Ik had Strange
Tools van Alva Noë al eens eerder gelezen, meer dan een jaar geleden. Toen werd
mijn interesse vooral gewekt door de manier waarop de auteur, die
gespecialiseerd is in de filosofie van de geest en de cognitiewetenschappen,
kunst en filosofie met elkaar verbindt. De tweede keer, in het midden van een
pandemie, viel mij vooral de prominente plaats op die deze begrippen in ons
leven hebben.
Kleine stappen
Volgens Noë vervullen kunst en filosofie eenzelfde rol in het leven, al doen ze dat op verschillende manieren. Kunst maken en filosofie beoefenen zijn activiteiten die structuur aanbrengen: structuur die van nature ontbreekt aan het leven. Organisatie en ordening zijn zaken waar we behoefte aan hebben. Filosofie en kunst hebben in zoverre hetzelfde doel, dat ze beide streven naar het begrijpen van ideeën, concepten en overtuigingen. Het zijn eigenlijk ook geen activiteiten, maar praktijken of methoden die ons kunnen helpen onszelf en de wereld beter te bevatten. We zijn constant bezig aspecten van onszelf te belichten, die we niet begrijpen maar die we zouden willen begrijpen. Dit belichten, het bekijken en bevragen van schijnbaar alledaagse zaken, is waarom kunst en filosofie bestaan. Het is nog maar de vraag of zij hun doel bereiken, omdat kunst subjectief is en filosofie grotendeels bestaat uit debatten tussen mensen die het niet met elkaar eens zijn. Filosofie zal altijd nieuwe vragen opwekken. Wat belangrijk is, zijn de kleine stappen die we zetten, als individu en als maatschappij, om onszelf beter te leren kennen.
Goede bezigheid
In het laatste hoofdstuk van het boek schrijft Noë:
“If we accepted things as they are, at face value, and acted out of good and
natural impulses, well tempered by good judgement, we would have no need for
art or philosophy. But what we are thus imagining is a distinctively nonhuman
existence.”